Voor boorstaven die zijn behandeld met carburisatie, wordt het proces uitgevoerd in een kuiloven gevuld met koolstofrijke gassen. Na een periode van behandeling wordt er een harde, slijtvaste carbide laag gevormd op de stam van de staaf en de binnenwand van het watergat. Vervolgens ondergaat de staaf luchtafblussing en afgloeien, waardoor een oppervlaktehardheid van HRC58–60 en een kerndichtheid van ongeveer HRC43 wordt bereikt.
Voor oppervlakteverharding worden hoogfrequente inductieverhitting, uitharden en ontharden gebruikt om hetzelfde oppervlakteverhardingseffect te bereiken. Daarna worden de draadgedeelten onderworpen aan een extra ronde warmtebehandeling.
Wat betreft prestaties, drillstaven die zijn behandeld met oppervlakteverharding, vertonen over het algemeen een betere taaiheid in vergelijking met geëmailleerde staven, maar hebben vaak een kortere vermoeiingslevensduur. Deze staven zijn geschikt voor boren in interbedded of gescheurde gesteentelagen.
Geëmailleerde boorstaven daarentegen bieden superieure slijtvastheid en vermoeiingsprestaties. Het carburisatie- en luchtgehardingsproces vereist echter zeer strikte controle. Bij het boren van explosiegaten dieper dan 20 meter kunnen geëmailleerde MF-boorstaven in combinatie met geleidende terugtrekbare kopstukken effectief afwijking van het gat beheersen en de levensduur van boorgereedschap verlengen.